Alle kinderen leren lezen (1996)

Methode voor aanvankelijk lezen, volgens het principe van de klank-synthese. De ontwikkeling van de methode vloeide voort uit ervaringen die in het kader van de zorgbreedte (Onderwijsvoorrang, WSNS) werden opgedaan met leerlingen die moeizaam tot lezen komen. De werkwijze heeft een preventief karakter. De methode is klassikaal in te voeren en geschikt voor remedial teaching. Er wordt uitgegaan van gerichte instructie. In vijf blokken worden alle letters aangeleerd. In blok 1 en 2 medeklinkers en korte klinkers, in blok 3 de lange klinkers, blok 4 de twee-tekenklanken en blok 5 lettercombinaties en spellingpatronen zoals: sch, ch/cht, aai/ooi/oei, ei en au. Met bekende letters worden vrijwel meteen woorden gemaakt. Bij elke letter komen steeds dezelfde soort oefeningen en werkbladen voor: o.a. auditieve synthese, aanleren en lezen van de letter, zoeken van plaatjes met een bepaalde beginklank, zoeken van geleerde letter in de tekst. In de handleiding wordt een voorbeeldles gegeven, de lessen staan niet allemaal uitgeschreven. De toetsen bestaan uit leesoefeningen (letters, woorden, zinnen).