Klaar Over! versie 2 (2000)
Methode verkeer voor het basisonderwijs.
In de methode wordt met name aandacht besteed aan de vijf 'rollen' van leerlingen in het verkeer: speler, wandelaar, fietser, passagier en gebruiker van het openbaar vervoer, zowel in gedrag als techniek. Incidenteel komen ook andere aspecten van veiligheid aan bod, zoals sociale redzaamheid in en om het huis en veiligheid in en om de school.
De methode houdt rekening met het ontwikkelings- en ervaringsniveau van de leerlingen en kan gebruikt worden in combinatiegroepen.
Aan het eind van groep 7 kunnen leerlingen de landelijke verkeersproef van Veilig Verkeer Nederland doen.
De methode heeft een vast lesopbouw: introductie, verwerking, samenvatting en uitbreidingsstof. Drie keer per jaar kan de lesstof worden getoetst. Een toets beslaat de inhoud van vijf of zes lessen.
De thema's die aan de orde komen zijn:
- het aanleren van kennis van verkeersregels en verkeerstaal;
- ontwikkeling van inzicht in verkeerssituaties;
- de reacties van een kind op andere weggebruikers en andersom;
- het ontwikkelen van verantwoord verkeersgedrag;
- praktische zaken, zoals fietsvaardigheid en onderhoud van de fiets.